Ben je alweer aan het werk? Een berichtje van W. die ik al een tijdje niet heb gesproken. Nee, tik ik, helaas niet. De cursor knippert. Ik wil er nog iets aan toevoegen maar weet eigenlijk niet wat. Een verontschuldiging. Een uitleg. Zodat ze het begrijpt? Maar als de woorden niet komen, besef ik dat het onbegonnen is. Ik begrijp het nog maar half. Ik klik op send.
Aan de buitenkant niets te zien. Maar van binnen een bordje verbouwing. Pas op, scheefgezakte fundering. Niets wat niet te repareren valt maar nog even puzzelen hoe of wat het beste. En dat kost tijd, vertelt de uitvoerder me maar weer eens. Hij schuift geduld en vertrouwen naar voren als ik grap wat dat allemaal gaat kosten. Mijn nieuwe beste vrienden. Veel gevoel voor humor hebben ze niet, maar wat zijn ze lief. Geduld probeert met zachte bezem de boel stofvrij te houden. En vertrouwen vertelt me dat ik het stutten van de balk niet alleen hoef te doen. Maar aan de buitenkant niets te zien. Dus soms zeg ik het. Of ik vraag. Ik zoek.
Ik ril, want het is koud. Soms.
Aan de buitenkant niets te zien. Maar van binnen een bordje verbouwing. Ik draag mijn steentje bij. Niet alleen. Gelukkig. De oude deur moet vervangen. Ik kies voor wijs hout met een bovenlicht van glas in lood. Het licht valt anders naar binnen nu. Mooi. Geduld en vertrouwen hebben een stoeltje voor me neergezet. Ik ga zitten en knijp mijn ogen dicht. Door mijn oogharen heen zie ik voorzichtig de nieuwe contouren van mijn oude huis.