‘Lief’. Hoewel we bijna slapen, hoor ik aan de lief die hij gebruikt dat er wat gaat komen. Hij heeft er namelijk meerdere, lieffen. Deze is er een met een uitroepteken gevolgd door een vraagteken. Ook zit er een grinnik in verscholen.
‘Je bent ook een onverbeterlijke zendeling‘, lacht hij, terwijl hij hardop telt hoeveel boeken hij allemaal nog van mij moet lezen.
Ik draai me om, zodat hij niet ziet dat hij gelijk heeft.
Hij grinnikt.
Vijf minuten later slaapt hij. Mijn lief. Ik lig wakker en denk na. Misschien moet ik het wat meer doseren, dat zenden. Ik ben er even stil van. Dan bedenk ik dat de zondag zich van oudsher uitstekend leent voor zenden en dat ik zo af en toe best een zendblog kan schrijven dan. Bovendien doet mijn lief veel niet, maar mijn blogs leest hij altijd.