Het is druk voor de haringkar. De visboer maakt dan ook elke haring ter plekke schoon en de meiden die de bestellingen opnemen doen daar gratis een extra portie vrolijkheid bij. De januariblues verdwijnt samen met de kibbeling in de frituurpan. Twee dames op leeftijd happen een haring weg. Haren blond en hart op de tong. Een kluitje opgeschoren jongens in Nike tag maakt ze aan het lachen.
Het is flirten van de beste soort. Zonder oogmerk. Je weet wel, de buschauffeur die de oude mevrouw jongedame noemt en vraagt of ze na het werk met hem wil gaan dansen. Het kleurt de dag en doet mondhoeken krullen. De mijne in ieder geval terwijl ik op mijn visje wacht en naar de bonte mix mensen kijk. Tenminste vier oud Noorderlingen, een bakfiets-vader met een peuter, drie Volendammers en vijf jongens met Marokkaanse roots.
‘Hee schat, wat ben ik blij jou te zien’, galmt een aantrekkelijke vrouw in plat Amsterdams. Ze heeft het tegen een van de meiden achter de kraam, maar de grappigste van de groep jongens kan het niet laten en vist: ‘ Ben je blij om mij te zien? Ze raakt zachtjes zijn arm aan als ze hem passeert en poneert: ‘Ik val op vrouwen, schat’. Heel even kijkt hij beduusd naar zijn vrienden en dan zie ik zijn mondhoeken krullen.
Vijf porties kibbeling zijn klaar. Een zure bom voor de peuter en een knipoog van blond en hart op de tong voor de jongen. Aan de kraam flirt origineel Amsterdams inmiddels met nuchter Volendams. Met oogmerk maar liefdevol. Ik blijf nog even staan en denk, het komt goed.
