Woensdagmiddag, ik haal kleine man op van school. Na het wekelijks vrolijk gezang in de hal, komt hij op me afgestormd. Hij wil afspreken met J. én F en ze willen mee met de vader van J. Die kijkt bedenkelijk vrolijk maar gaat akkoord. Terwijl de vader van F. en ik informeren of er ook meteen gegeten en gelogeerd kan worden, keren mijn kansen. Achter mijn rug besluiten de drie musketiers dat ze liever met mij meegaan. Dat krijg je ervan, lacht de vader van J., opgelucht vrolijk deze keer. En daar gaan we, drie stuivende jommetjes in mijn kielzog. Naar huis voor tosti’s en LEGO.
Inmiddels is de rust weer wedergekeerd en ligt de poes tevreden te ronken op haar vaste plek. Zwaard veilig opgeborgen en kleine man – nog steeds in zijn onderbroek en hemd – moe voor de teevee. Jommetjes van vijf (en zes), wat zijn ze onuitstaanbaar lief.