Manlief moppert: “ik vind het maar erg”. “Ja, belachelijk dat de buurman om negen uur ’s avonds gaat boren”, knik ik, terwijl ik bedenk of ik thee ga zetten of ga vragen. “Nee, het is veel erger dan dat.” Hij pakt de iPad en duwt mijn eigen dagelijkse blog onder mijn neus. “Je hebt al twee weken niet geblogd.” Ik zucht en ik knik. “Ik weet het, het is heel erg.”
Dus nu zit ik, met een gezet kopje thee dat wel, beneden en ruik dat de kattenbak verschoond moet worden. Maar eerst dus een blog. Voor mijn lief, omdat hij niet voor niks mijn lief is. Maar probeer maar eens te bloggen omdat het ‘moet’ terwijl er een zurige lucht om aandacht vraagt. Boven hoor ik oudste de trap afsluipen. Ze kan niet slapen, zoals wel vaker. Meestal heeft ze dan nog iets te piekeren of onschuldigs op te biechten. Ze zou het niet slecht doen als Rooms-Katholiek, want na de biecht en drie weesgegroetjes (lees een mop uit het moppenboek en een knuffel) slaapt ze meestal als een roos.