Wil je hem even vasthouden’, vraagt zijn vader. En prompt ligt hij in mijn armen. Negen weken geluk in een Bretons gestreepte romper. Nieuwsgierig kijkt hij afwisselend naar mij en naar de krullen van middelste die lachend boven hem hangt. In zijn vuistje houdt hij mijn pink gevangen en de holte van mijn elleboog beschermt zijn hoofdje tegen wiebelen. Hij past en ik val samen met het moment. De lange tafel met mensen. Schoteltjes met zelfgemaakte citroencake en chantilly. Het Franse woord voor slagroom dat zich jarenlang heeft verstopt achter een gordijn in een van de vele kamers in mijn hoofd.
Lief laat zijn overbuurman lachen en oudste praat met M. die de kat aait op haar schoot. Jongste zit aan de kindertafel de oudste te zijn. Hij let een beetje op J. het broertje van Kees in mijn armen. Vijf jaar en ogen die een zacht en voorzichtig karakter verklappen. Daarom is hij elke keer weer degene die tot 30 telt terwijl de andere kinderen zich verstoppen. Mijn jongste maakt hem aan het lachen. Zelf lijkt hij inmiddels te groot om zich over te geven aan het spel. Zijn ongemak wint en dat ontroert me.
Andere ouders staan nu op om een kind te troosten dat struikelt over de losse steentjes van het pad. Onderbreken hun verhaal omdat de babyfoon op tafel een geluidje maakt. Trekken een kind op schoot in de hoop de avond nog een beetje te mogen rekken.
Kusje erop.
Ga jij of ga ik deze keer?
Mijn lijf reageert niet meer op elk huiltje. Andere hormonen.
‘Wat heerlijk dat ze allemaal nog meewillen.’ De moeder van Kees leest mijn gedachten en kijkt vooral naar oudste. Ik knik. Gisteren maakte ze een lijstje van de dingen die ze graag wilde doen deze vakantie. De hippie-achtige markt, een grot (wel die met dat bootje), Toulouse (en dan op zoek naar tweedehands platenwinkels) en dat feest in het dorp natuurlijk.
Vanavond slapen lief en ik vast en zeker eerder. Om morgenochtend ook weer eerder wakker te zijn. En de kinderen pas na een half boek, twee koppen koffie en een pain au chocolat het terras op te zien komen. Lange benen. Muggenbulten. Slaap in hun ogen. En hier en daar een humeurige wolk. En toch.
De allerliefsten.
‘De kunst is de tijd niet terug én niet vooruit te kijken’, fluister ik zachtjes in Kees’ oor.
En ik tel. Heel zachtjes.
Un, deux, trois…

2 Reacties
Wat een mooie beschrijving van een hele fijne avond!
Dankjewel Anne! Leuk om jullie te leren kennen.