Ik vind schrijven leuk. Toch lukt het me niet altijd. Zo is het al te lang geleden dat ik in het ‘babydagboek’ van de kleine man heb geschreven en nog veel langer in mijn eigen dagboek. Een beetje stoffig liggen ze naast mijn bed en kijken me uitdagend aan. Te moe, vertel ik ze af en toe als ik in bed stap. Maar knagen doet het wel. Natuurlijk moet je het leven gewoon beleven. Maar als de tijd aan het vliegen is, wil ik het zo graag vastleggen. Op camera, schrift of blog. Bang om het anders te vergeten. Want dat gebeurt. Job zijn eerste geluidjes, mijn eerste stappen als moeder… ik ben blij dat ik ze heb opgeschreven, want nieuwe herinneringen staan alweer te springen om de vorige te verdringen.
Daar kan niemand tegen op. Ik zeker niet met mijn gatenkaas-dagboeken, losse schriftjes en rondslingerende mooie zinnen en gedachten. Ieder jaar neem ik me voor consequent te schrijven én op te bergen (dat heb ik helaas niet van mijn vader). Natuurlijk lukt dat niet. En dat geeft ook niks. Alles wat ik schrijf is meegenomen, al was het maar omdat het zo leuk is om te doen. En af en toe kom ik een verdwaald schriftje tegen in een lade: ‘ things that made me smile – 2001’ en dan brengt die ene zin me weer terug naar de avond dat…
Later als ik groot ben en met manlief in een te groot en leeg huis woon, vraag ik mijn kinderen en kleinkinderen al mijn dagboeken, brieven en schriftjes door het hele huis te verstoppen. Zoekend naar de krant of mijn sleutels, vind ik dan kleine kadootjes van vroeger.