Ruim 8 jaar was het 4 om 3 en 3 om 4. Wisselen op woensdag en dan zaterdag of zondag weer om 12 uur. Zo hadden we de week en ons gezin in tweeën gesplitst. Toen ik net samen was met lief, moest ik nog wel eens bijkomen van de dagen waarin ik ineens onderdeel uitmaakte van een kant en klaar gezin. En was het wisseldag, dan had ik naast kriebels van verliefdheid ook kriebels van de zenuwen als zijn twee grote liefdes eigenzinnig de trap weer op kwamen lopen.
En ik? Omdat niemand het me vroeg, stond ik er pas deze week bij stil. Toen ik mezelf zachtop de vraag stelde. Een antwoord had ik niet meteen, terwijl ik nadacht over ons leven sinds de zomer. Er was veel nieuw en anders. Maar dat is weinig verrassend met drie kinderen die op zevenmijlslaarzen door het leven hollen. Middelste op de middelbare. Oudste weer ouder en zelfstandiger. En kleine man groter dan ik af en toe wil toegeven. Maar dat was het niet. Ik moest toegeven aan mezelf dat ik nog niet gewend ben. Hoewel ik geniet van de volle week die we nu samen hebben, vind ik de week zonder wel lang. Er is meer contrast. En hoewel ik niet meer, zoals vroeger, moeite heb met schakelen, voelt het toch soms alsof ik in twee gezinnen woon met ieder een eigen ritme. Meer dan hiervoor.
Het zal wennen. Wat anders is, wordt gewoon. Maar nu knispert en schuurt het nog een beetje. Zoekend naar een nieuwe vorm. Nieuwe gewoontes. Met en zonder. Maar in mijn hoofd en in mijn hart. Altijd.